maandag 20 mei 2013

Nauerna tussen Hans Brinkers en de Kameleon

Na alle regen van donderdag, viel het weer op vrijdag niet tegen. Maar de lucht zag er grauw uit en het was koud met een noordwestenwind. Daar ik het de avond ervoor koud had in mijn zomerjas, had ik besloten mijn winterjas aan te doen. Kamperen met een winterjas aan: veel gekker moet het niet worden.
Om 9 uur namen we afscheid van Ana en fietsten we via Warmond en Sassenheim naar het bollenveld van Kees. Wat een bloemenweelde! We zwaaiden mijn oudste broer even gedag en trapten verder naar de Keukenhof. Dwars door dit landgoed gingen we naar de Leidsevaart. Via De Zilk en Vogelenzang koersten we aan op Heemstede. Op een door bereklauwen overwoekerde bank aten we wat krentenbrood.
De volgende stop was de Grote Markt in Haarlem, waar we cappuccino, warme chocolademelk en tiramisu- en chocoladetaart bestelden.
Ik deed mijn trainingsjack uit en mijn winterjas weer aan. Ada reed ook met een laagje minder langs het Spaarne naar Spaarndam, waar we bij het oude haventje doodliepen bij een trap. Een smal paadje onder de dijk langs bracht uitkomst.

Zo kwamen we bij het standbeeld van Hans Brinker.

Hans Brinker is de hoofdpersoon uit "De zilveren schaatsen". Hij behoedde Holland voor een overstroming door zijn vinger in een gat in de dijk te stoppen.


Vanaf Spaarndam reden we naar pontje Buitenhuizen, waarmee we het Noordzeekanaal overgezet werden. We besloten niet via Assendelft te fietsen, maar via een voor ons totaal nieuwe plaats: Nauerna.

Langs het kanaal hadden we een rustig fietspad naar de rand van Westzaan. Ondanks dat we vlak langs de drukke weg naar Wormerveer reden, oogde het zeer landelijk met de weilanden en de stolpboerderijen.
In Krommenie kocht Ada een regenbroek en namen we op een bankje in het centrum ons brood met kaas. De bank stond bij het standbeeld van De Kameleon.

Krommenie was de woonplaats van schrijver Hotze de Roos.


Langs het kanaal fietsten we naar Willis, waar we met een pontje oversteken naar West-Knollendam.


Het was een bijzonder pontje, want het was zelfbediening.

Met een draailier trok je de boot met een ketting naar de overkant.

Voor ons was het dubbel werk, want de boot lag aan de overkant. Twee wandelaars raadden ons aan om via de brug in Krommenie te gaan, maar dit vonden wij veel te leuk om te doen.


Langs de Knollendammer Vaart fietsten we naar Spijkerboor over de dijk met aan beide zijden prachtig polderland. De weilanden waren dooraderd met sloten, die als ribben in het groene land lagen. Dit was echt het landschap van Hendrika de koe.


Bij Spijkerboor staken we bij de kruising van waterwegen over met een pont, waarna we langs het fort uit de Stelling van Amsterdam naar de Rijp reden. De enorme kerk domineerde dit met de walvisvaart rijk geworden stadje. We lieten Graft-De Rijp letterlijk links liggen.

Tegen de wind in reden we kilometers lang langs de Eilandspolder aan de overzijde van de ringvaart van de Beemster.

Her en der zag je gele en rode strepen in het overwegend groene landschap: tulpenvelden.
Na een appel en een banaan gedeeld te hebben reden we door naar Schermerhorn.

(foto: Bas van Orsouw)
Door dit plaatsje staken we over naar de andere kant van het water. Met de wind af en toe in de rug kwamen we in Avenhorn uit. We wilden hier wat drinken, maar helaas was het restaurant gereserveerd voor een bruiloft. Het bruidspaar kwam met een koetsje aangereden.
Gelukkig was in het tegen Avenhorn aangebouwde De Goorn "Eetcafé 70" open. Ada nam cappuccino, ik hield het bij warme chocolademelk. Buiten aten we onze laatste sneetjes krentenbrood op.
We reden door West-Friesland, waar veel meer bollenvelden waren. Nu kende ik uit 1971, toen ik in de zomervakantie met Bertus Spreeuw bij Randstad-Noord werkte, een groothandel, die lokale winkels voorzag van voorraad, aardig wat plaatsen uit Noord-Holland, maar van Bobeldijk had ik nog nooit gehoord. Via dit plaatsje, waarvan de naam door Annie M.G. Schmidt verzonnen kon zijn, reden we over slingerwegen naar Wognum, het centrum van het voormalige Dirk Scheringa imperium.
Een nieuw fietspad door een park in aanleg bespaarde ons een slinger. Via Nibbixwoud en Benningbroek reden we Midwoud in.
We hadden bijna ons doel bereikt: camping Veerhof in Oostwoud. Met 101.90 km op de teller konden we onze Eureka Susten 3XP op gaan zetten.

Geen opmerkingen: