zondag 12 augustus 2012

Wasserburgenroute



Die Wasserburgenroute was zowel het begin als het eindpunt van onze fietsvakantie in de Eifel. Tevens was het een bewijs, dat je aan klimmen kunt wennen. In het begin hadden we veel meer moeite met de eerste heuvels, dan aan het eind van de vakantie.
Zowel op de heen als de terugreis van zo'n 75 km fietsen waren Den Haag CS en Heerlen de stations, waartussen we treinden.
Beide keren kwamen we in Zuid-Limburg langs een standbeeld van 2 monniken.

Naar een liedje van Jaap Fischer doopte ik hen Hans en Joop. Het was dus een gezegende vakantie.
Bij Kerkrade staken we de grens over.

Herzogenrath was 2 weken geleden ons startpunt van de Wasserburgenroute, zoals beschreven in de Bikeline-gids "Nordeifel".

In Herzogenrath waren we al snel de route kwijt. Een behulpzame Duitser wees ons de weg, zodat we op onverharde boswegen. Hier was het erg mooi, maar af en toe behoorlijk drassig. Er was de afgelopen nacht dus veel gevallen. Ook een grote houten paraplu, die als schuilhut dienst deed.
Via Olden en Sankt-Jöris fietsten we naar Hehlrath, waar we de weg weer eens kwijt waren. Via navraag vonden we de route naar Blausteinsee. Over onverharde paden trapten we om dit recreatiemeer. Na Oldenhoven kregen we een mooi nieuw fietspad, wat echter niet correspondeerde met "Nordeifel" uit 2009.

Langs de bruinkoolafgravingen bij de Inde kwamen we in Jülich uit, waar we om 7 uur op Campingplatz "Brückenkopf" waren. De tent stond in 10 minuten. De camping was mooi gelegen, maar helaas hoorde je de Autobahn een km verderop voortdurend.
's Avonds aten we op het terras van restaurant "Liebevoll". We waren net klaar met eten, toen het ging regenen. We wachtten de bui in "Liebevoll" af.
Twee weken later stapten we in Bedburg weer op en over op de Wasserbrgenroute, nadat we in dit stadje aan de Erft het prachtige Schloss Bedburg hadden gezien.

Door een bos, waarin we meer zwerfafval hadden zien liggen dan in 14 dagen Eifel en Mosel, kwamen we uit bij een onverwachts pareltje: Alt-Kaster, een wat op Woudrichem lijkend plaatsje.

De bewegwijzering op de Wasserburgenroute liet flink te wensen over, zodat we ons diverse keren afvroegen, of we nog op de juiste weg zaten. Nou ja, weg, het ene onverharde pad volgde op het andere. Vooral op de Kasterer Höhe, waar we ruim een km over een zandpad moesten klimmen, was het zwaar. Was 2 weken ervoor blubber het probleem, nu zakte de beladen fietsen af en toe vrij diep weg in mul zand. Het had meer weg van mountainbiken dan van het gebruikelijke toerfietsen.
In Kirchherten raakten we de weg kwijt, maar via Grottenherten kwamen we in Kalrath. Hier zag je de stuwwal met een hoogte van 300 meter oprijzen uit het vrij vlakke land van zo'n 100 meter hoogte. Na een appel gegeten te hebben op deze behoorlijk warme middag vervolgden we de weg naar het leuke Rödingen, waar we 7,5 km over een zanderig pad aan de voet van de stuwwal reden. Toen we net dit pad richting Stetternich insloegen, zagen we zand in een soort miniwindhoos omhoog dwarrelen. Behalve van zand, dat opstoof, was er ook nog het stof van het dorsen met combines, dat ons af en toe tegemoet kwam waaien.
Bij Stetternich verlieten we de zandweg langs het bos op de 300 meter hoge Steinstrasser Wall. Langs een beek reden we op Jülich aan, waar we een welverdiend ijsje namen in het park voor die Zitadelle. We fietsten door naar camping "Brückenkopf", waar we op dezelfde plek onze Eureka Susten opzetten, waarna we onder de douche het stof van 80 km fietsen van ons lijf spoelden.
Na op de camping gegeten te hebben, zochten we het terras van "Liebevoll" weer op.

Er volgde een onbewolkte, maar daardoor koude nacht, de koudste van de vakantie, maar 's ochtends was er dan ook een stralende zon. De buitentent was drijfnat van de dauw. Terwijl deze te drogen hing, haalde ik boodschappen voor de terugreis. Net als de vorige keer betaalden we € 9,- voor de camping.
De route was in grote lijnen hetzelfde als op de heenreis. Toch reden we voor een flink deel over neue Bahnen.
Het begon al bij het wegrijden van Campingplatz "Brückenkopf". We fietsten linea recta naar Engelsdorf, een zijtak van de Wasserburgenroute. Bij Aldenhoven pikten we deze wer op om na een lus door Niedermerz naar de Blausteinsee te trappen.
Bij Fronhoven wist Ada een hoek af te snijden, waarna wij over onverharde wandelpaden het halve meer te ronden.

Zo kwamen we uit bij het strandje, waar we Milchkaffee, Kakao en 2 kersenkoeken tot ons namen.
Over verharde paden wisten we de route naar Hehlrath nu wel te vinden. Bij Haus Kambach stonden we te dubben, hoe we verder moesten. Een golfsteler wees ons de weg over het golfterrein. Door ons af te laten schrikken door het bord Privatweg hadden we op de heenreis de juiste route door Kinzweiler gemist.

Na Neusen ging het opschieten. De grote "paraplu" was nu weggehaald. Via het Broichtal reden we op Herzogenrath aan, waarna we na een steile klim Kerkrade binnenreden op een bijzondere plek. Links was de Aachener Strasse, dus Deutschland, rechts de Nieuwstraat, dus Nederland. Het midden van de weg was de grens tussen het Limburgse heuvelland en de Eifel.

Geen opmerkingen: